De Digital Fairness Act: een evenwichtsoefening tussen consumentenbescherming en bedrijfsgroei

45

De Europese Commissie stelt een nieuwe wet voor, de Digital Fairness Act (DFA), met als doel de consumentenbescherming in het digitale tijdperk te moderniseren. Hoewel goed bedoeld, heeft de impact van de DFA op reclame en online gebruikerservaring geleid tot verhitte debatten onder bedrijven en belangengroepen in heel Europa.

In de kern probeert de DFA vier hoofdproblemen aan te pakken: oneerlijke handelspraktijken die worden aangestuurd door ‘donkere patronen’ op websites, misleidende marketing door influencers, verslavende ontwerpkenmerken in digitale producten en oneerlijke personalisatiepraktijken die misbruik maken van consumentengegevens. De voorgestelde wetgeving raakt een aantal gevoelige gebieden, zoals het definiëren van wat “verslavend ontwerp” en “donkere patronen” inhoudt, waardoor ruimte ontstaat voor een brede interpretatie. Deze dubbelzinnigheid roept zorgen op over de mogelijke overschrijding en het vermogen van de Commissie om druk uit te oefenen op bedrijven door middel van ad-hocinterventies in plaats van duidelijke regelgeving.

Een vloed aan feedback:

Het openbare raadplegingsproces over de DFA trok een recordaantal van 4.325 inzendingen, grotendeels aangewakkerd door zorgen van gamers die zich zorgen maakten over mogelijke beperkingen op hun online ervaringen. Hoewel sommige aspecten van het raadplegingsproces neigden naar de aspecten die strengere regelgeving ondersteunden, is het opmerkelijk dat de kritiek niet uitsluitend beperkt bleef tot groepen uit de technologie-industrie of buitenlandse bedrijven.

Europese bedrijfsverenigingen die een verscheidenheid aan sectoren vertegenwoordigen, waren over het algemeen tegen de DFA en pleitten voor een focus op het handhaven van bestaande regels in plaats van het toevoegen van nieuwe lagen van regelgeving. Dit standpunt wordt herhaald door verschillende prominente Europese bedrijven, waaronder het Finse bezorgplatform Wolt, de Ierse luchtvaartmaatschappij Ryanair, de Litouwse modemarktplaats Vinted, de Zweedse muziekstreaminggigant Spotify en vele anderen. Deze bedrijven waarschuwen dat buitensporige regelgeving innovatie kan belemmeren en de groei kan belemmeren, vooral voor kleinere ondernemingen die al worstelen met complexe bestaande regelgeving zoals GDPR, DSA en DMA.

De aanpak heroverwegen:

Sommigen beweren dat de Commissie een meer gerichte aanpak zou moeten hanteren, vergelijkbaar met de recente herzieningen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). In plaats van het hele raamwerk te herzien, stellen degenen die dit perspectief bepleiten voor om zich te concentreren op het harmoniseren van de toepassing in de lidstaten en het vereenvoudigen van de rapportagevereisten voor bedrijven. Dit zou voorrang geven aan duidelijkheid en praktische implementatie boven het introduceren van brede nieuwe regelgeving die mogelijk toekomstige herzieningen vereist vanwege onvoorziene gevolgen of overlap met bestaande regels.

Uit de eigen beoordeling van de Commissie blijkt dat consumenten in de EU al een robuuste bescherming online en offline genieten dankzij een alomvattend geheel van bestaande wetgeving. De echte uitdaging ligt echter in het handhaven van deze bestaande regels en het overbruggen van de kloof tussen de lidstaten bij de toepassing ervan. Het aanpakken van deze praktische problemen moet prioriteit krijgen voordat er nog een laag complexiteit aan wordt toegevoegd via nieuwe wetgeving zoals de DFA.

De economische puzzel:

Hoewel de Commissie wijst op 7,9 miljard euro aan potentiële financiële schade voor consumenten als gevolg van onlineproblemen, heeft zij dit niet voldoende afgewogen tegen de economische voordelen van gepersonaliseerde reclame – een belangrijk gebied waarop de DFA zich richt. Uit onderzoek blijkt dat gepersonaliseerde reclame jaarlijks minstens 100 miljard euro in de omzet van bedrijven in de EU injecteert, 25 miljard euro bijdraagt ​​aan het bbp en 600.000 banen ondersteunt. Kleine en middelgrote ondernemingen (MKB) zijn sterk afhankelijk van deze vorm van reclame om klanten efficiënt te bereiken en te concurreren met grotere spelers, vooral op kleinere markten. Een de facto verbod op gepersonaliseerde reclame zou de kosten voor bedrijven kunnen opdrijven, hun klantenbereik kunnen beperken en uiteindelijk de economische groei kunnen schaden.

Consumentenzorgen versus praktische voorkeuren:

De drang naar strengere regels voor gegevensprivacy komt vaak voort uit de perceptie dat Europeanen zich niet op hun gemak voelen met de manier waarop hun persoonlijke informatie online wordt gebruikt. Hoewel dit sentiment begrijpelijk is, is het van cruciaal belang om te erkennen dat consumenten ook gemak en relevantie waarderen. Uit onderzoeken blijkt dat een aanzienlijke meerderheid van de Europeanen eigenlijk liever gepersonaliseerde advertenties ziet, omdat deze nuttiger zijn en beter aansluiten bij hun interesses. Deze schijnbare tegenstrijdigheid benadrukt de noodzaak van een genuanceerde aanpak die privacykwesties in evenwicht brengt met praktische gebruikersvoorkeuren.

Het debat rond de Digital Fairness Act komt neer op het vinden van de juiste balans. Hoewel het beschermen van consumenten tegen schadelijke onlinepraktijken essentieel is, kan het opleggen van ingrijpende beperkingen aan het datagebruik onbedoelde gevolgen hebben voor bedrijven, innovatie en uiteindelijk de keuze van de consument. Voor een succesvol resultaat zal een zorgvuldige afweging van beide kanten van de vergelijking nodig zijn: het waarborgen van echte consumentenbescherming zonder de digitale economie te verstikken.